Ruitensproeier 2.0
De ruitensproeier 2.0
​
De vuldop voor het reservoir van de ruitensproeier is - zeker bij een integraalcamper - vaak moeilijk toegankelijk. De motorkap is maar klein. Er is weinig ruimte. De fabrikant moet bij het ontwerpen van een integraalcamper iets verzinnen om het ruitensproeierreservoir makkelijk te kunnen vullen.
​
Voor onze camper heeft de fabrikant een afvoerplug voor een gootsteen onderaan de voorruit gemonteerd. De afvoerplug is gekoppeld aan een flexibele slang. De flexibele slang loopt naar het reservoir voor de ruitensproeiervloeistof. De afvoerplug is met een stop aan een ketting afgedopt om te voorkomen dat regenwater en vuil in het reservoir spoelen.
​
Tot zover de theorie. In de praktijk werkt het systeem niet echt goed:
-
Bij een flinke hobbel in de weg doet de stop zijn werk niet meer en bungelt aan het kettinkje ergens onder de motorkap.
-
De afvoerplug is direct onder de voorruit geplaatst. Als het regent loopt het water van het dak en de voorruit rechtstreeks de afvoerplug in. Dat wil je niet. Zand en bladresten spoelen mee en kunnen het pompje onder het reservoir verstoppen.
-
In de winter, als je het reservoir wilt en moet vullen met antivries, kan dat niet als het reservoir vol is gelopen tijdens de laatste regenbui. Je wilt met schone ruiten rijden. Een bevroren ruitensproeier kan een fikse boete opleveren in Oostenrijk.
​
Dat kan anders en beter.
De afvoerplug is er zo uit geschroefd, evenals de klemring om de flexibele buis. In de bouwmarkt zijn voor rioolsystemen moffen te koop met een hoek van 90 of 45 graden en een doorvoerpijpje met een schroefdop vanaf 32 mm doorsnede. Het gat voor de afvoerplug van onze camper is 32 mm doorsnede. De nieuwe onderdelen in elkaar zetten en goed kijken of de motorkap nog steeds kan sluiten en de flexibele slang nergens langs kan schuren. Als alles blijkt te passen kunnen de moffen met een beetje hard pvc lijm aan elkaar worden verbonden.
​